Onderzetters bloem.

Start: Haak 5 lossen en sluit deze met een halve vaste tot een ring.

Toer 1: Start met 1 losse. Daarna in de ring 16 vasten haken en sluiten met een halve vaste. Elke toer wordt gesloten met een halve vaste.

Toer 2: Haak 3 lossen (is nu en in de volgende toeren steeds het eerste stokje), 1 stokje in de volgende steek (hierbij steeds alleen door de achterste lus haken), 1 losse. Dan steeds 2 keer 1 stokje door de achterste lus, 1 losse.

Toer 3: Vanaf nu weer door beide lussen haken. 2 stokjes op het eerste stokje, 1 stokje op het tweede stokje, 2 lossen. Dit steeds herhalen.

Toer 4: Haak 2 stokjes op het eerste stokje, 1 stokje op het tweede stokje, 2 stokjes op het derde stokje, 2 lossen. Dit steeds herhalen.

Toer 5: Op het eerste stokje 2 stokjes, op het tweede stokje 1 stokje, op het derde stokje 1 stokje + 2 lossen + 1 stokje, op het vierde stokje 1 stokje, op het vijfde stokje 2 stokjes, 1 losse. Dit steeds herhalen.

Toer 6: Om het boogje van 2 lossen 9 dubbelstokjes met 1 losse er tussen haken. Om het boogje van 1 losse 1 vaste haken. Voor en na de vaste geen losse haken. Dit steeds herhalen.

Toer 7: Tussen alle dubbel stokjes 1 vaste haken met daar tussen een boogje van 3 lossen. Sla de ruimte voor en na de vaste tussen de bloemblaadjes over.

Hecht de draad af.

Het haakwerk wordt pas echt mooi als je het in vorm perst met een stoomstrijkijzer.

Probeer verschillende materialen, bijvoorbeeld meerkleurig katoen, dunner haakkatoen en haaknaald 2 mm of haak iedere toer met een andere kleur.

Wanneer je dunner garen en een kleinere maat haaknaald gebruikt wordt de onderzetter een stuk kleiner. Deze heeft een doorsnede van ongeveer 10 cm.