Kleed / sprei van bloemmotieven.

Bloem.

Maak een start lus door de draad 9 keer rond de wijsvinger te winden, op zo’n manier dat het uiteinde van de draad naar rechts wijst en de werkdraad naar links.

Steek dan de haaknaald door de lus, haal de lus van je vinger af. Houd de hele lus in je linker hand, waar ook de werkdraad is (zoals gewoonlijk).

Sla de draad om en haal door de lus. Dan nogmaals omslaan en doorhalen.

Haak nu 3 lossen (=eerste stokje) en 23 stokjes in de ring. Sluit de toer met een halve vaste in de 3e losse. (24 stokjes)

(Deze toer kun je in het hele v-tje haken of door alleen de achter lus) Haak geen losse maar haak direct een vaste in het eerste stokje. Haak 5 lossen, sla 1 stokje over, haak een vaste in het volgende stokje. Eindig met een halve vaste in de eerste vaste. (12 bloemblaadjes)

Hecht af en werk de draad direct weg in de achterkant van het haakwerk.

Motieven aan elkaar haken.

Haak de tweede en iedere volgende bloem op dezelfde manier als hier boven omschreven. Het enige verschil is dat wanneer je de bloemblaadjes aan elkaar gaat haken, je de twee bloemen met de achterkanten tegen elkaar aan houdt en door het bloemblaadje van de achterste bloem heen steekt. Daar haak je een vaste. Dus in plaats van 5 lossen haak je 2 lossen, 1 vaste, 2 lossen.

Haak steeds 2 blaadjes naast elkaar aan elkaar vast. Werk in rijen. Maak dus eerst een basis rij en haak dan de volgende rij er aan vast.

Ik heb een tafelloper gemaakt voor op de bar. Snel klaar en lekker vrolijk!