Guimpe.
Guimpe haken wordt in het Engels Hairpin lace crochet genoemd.
Bij guimpe haakwerk wordt een vork met 2 lange tanden gebruikt. In de dwarsbalkjes zitten gaten zodat je ‘m op verschillende breedtes kunt instellen. Hier onder zie je twee varianten, één van metaal en plastic en één van bamboe.
Er worden repen of stroken gehaakt, die ter versiering als randen of tussenzetsels kunnen dienen, of er ontstaat, als de stroken aan elkaar worden gezet, een lichte, luchtige stof voor sjaals of stola’s. Wanneer de Guimpe naald vol is haal je aan één kan het tussenstuk er af en schuif je een deel van de lussen van de naald af. Dan het tussenstuk weer terug plaatsen en je kunt gewoon verder haken.
Op deze foto zie je een klein stukje guimpe haakwerk met hulpdraden er doorheen (hulpdraden maken het aan elkaar maken van de stroken een stuk makkelijker).
Elk soepel garen is geschikt bijv. Katoen, dunne wol, raffia, lint of koord.
Verder heb je naast een Guimpe vork ook een haaknaald nodig die past bij het garen dat je gaat gebruiken. Een dubbele haaknaald is helemaal erg handig, die kan gewoon mee draaien.
In het volgende filmpje laat ik zien hoe het gaat en hoe je hulpdraden kunt gebruiken om de lussen netjes naast elkaar te houden.
Er zijn veel verschillende manieren om de stroken aan elkaar vast te maken.
In dit filmpje laat ik zien hoe je de stroken aan elkaar kunt haken met halve vasten. Tip: Als je de draad aan de onderkant houdt, en dus van onder naar boven doorhaalt, komen de halve vasten bovenop te liggen. Dat is mooi maar werkt vreselijk onhandig.
In het volgende filmpje laat ik zien hoe je stroken aan elkaar kunt haken met vasten.
In het volgende filmpje laat ik zien hoe je stroken aan elkaar kunt vlechten.