Verschillende vormen.
Er bestaan verschillende soorten en vormen flower looms. De meest voorkomende en meest gebruikte is de cirkelvormige variant. Maar je kunt ook vierkanten, rechthoeken en driehoeken maken of verschillende vormen in één bloem combineren. Het voordeel van de Opry Flower loom is dat er diverse vormen in de set zitten dus je kunt eindeloos variëren.
Het wikkelen van andere vormen werkt over het algemeen hetzelfde als het wikkelen van een ronde vorm, je kunt in lagen of plat wikkelen. Meer informatie over wikkelen vind je in het artikel De blaadjes wikkelen. Je kunt ook maar een deel van de vorm / pinnen gebruiken. Dan werkt het wikkelen iets anders.
Hier onder laat ik verschillende ideeën zien. Dit is bij lange na niet alles wat mogelijk is. Ik raad je aan om zelf dingen uit te proberen en nieuwe vormen te ontdekken.
Cirkel.
In de Opry flower loom set zitten drie verschillende maten cirkels. De grootste heeft 24 pinnen, de middelste heeft ook 24 pinnen en de kleinste heeft 12 pinnen. | |
Deze bloem is gemaakt met alle drie de maten tegelijk op de basis. Wikkelen van groot naar klein. | |
Hier zie je drie maten bloemen naast elkaar, zo krijg je een beeld van de maatverhouding. | |
Vierkant.
In de set zitten twee verschillende maten vierkanten. Een grote met 32 pinnen en een kleine met 16 pinnen. | |
Groot vierkant met een randje vasten er omheen gehaakt. | |
Vier kleine vierkantjes, met een randje van vasten er omheen gehaakt. Daarna met vasten aan elkaar vast gehaakt. Hier zie je de voorkant. | |
Dit is hetzelfde lapje als hier boven maar dan de achterkant. Je ziet duidelijk de vasten waarmee de lapjes aan elkaar gehaakt zijn. | |
Hier zijn een groot en een klein vierkant samen gebruikt in één bloem. Zet beide vierkanten op de basis, wikkel eerst het grote vierkant en daarna de kleine. Zet het midden vast. Als laatste zijn er vasten omheen gehaakt. | |
Deze vierkante bloem is gemaakt van papiergaren. Dit stugge materiaal blijft mooi in vorm staan als het van de loom af is. | |
Zeshoek (hexagon).
In de set zit één middelgrote zeshoek met 18 pinnen. | |
De blaadjes van de zes hoeken zijn iets langer dan de blaadjes daar tussenin. | |
Zet het midden vast, op welke manier je dat doet maakt niet uit. | |
Wanneer je de bloem van de loom afhaalt zie je nogsteeds heel duidelijk de zeshoekige vorm. | |
Driehoek.
Je kunt een kleine driehoekige vorm maken met behulp van de middelgrote en kleine cirkel. | |
Wikkel de draad op sommige plaatsen om de buitenste pin (dit worden de drie hoeken) en op sommige plaatsen om de pin van de midden cirkel. Ik ben rechts van de pin midden onder begonnen (midden boven blad is als eerste gemaakt) en ik heb tegen de klok in gewikkeld. |
|
Zet het midden vast. | |
Drie grote blaadjes zijn de drie hoeken, drie kleine blaadjes er tussenin. | |
Kwart cirkel.
Gebruik de middenpin als extra hulpstuk. | |
Wikkel een kwart van je vorm. Knoop vervolgens de begin- en einddraad aan elkaar op de plek waar de middenpin zit. Steek daarna, met behulp van een kleine borduurnaald, één van de uiteindjes strak langs de middenpin door alle lusjes. Maak als laatste nog een knoopje met het andere uiteindje. Nu zit het midden goed aan elkaar maar de bloem heeft nog geen stevigheid. |
|
Hecht alle draadjes af en/of knoop ze samen als een soort bloemknop aan de onderkant van de bloem. | |