Jute mandje.
Als hobby-muts heb je nooit genoeg mandjes, bakjes, potjes, dozen en andere opbergmogelijkheden, toch? Daarom heb ik onderstaand mandje gehaakt. Of eigenlijk, om eerlijk te zijn, moest het een boodschappentas worden. Maar gaandeweg kwam dit mandje met handvatten tot leven. En nu kun jij 'm ook maken! Groetjes, Monique.
Benodigdheden:
- Jute garen, grijs, 100 gram, 85 meter, 2 bollen
Haaknaald 5 mm
Opry flower loom
Werkwijze:
Begin met een magic loop, of, als je dit fijner vindt, 5 lossen in een cirkel.
Rij 1: 6 vasten
Rij 2: 12 vasten (meerder een steek in alle vasten van de vorige toer)
Rij 3: 18 vasten (meerder een steek in een vaste, haak 1 steek in de volgende vaste en herhaal dit tot het einde van de toer)
Rij 4: 24 vasten (meerder een steek in een vaste, haak 1 steek in de volgende 2 vasten en herhaal dit tot het einde van de toer)
Rij 5: 30 vasten (meerder een steek in een vaste, haak 1 steek in de volgende 3 vasten en herhaal dit tot het einde van de toer)
Rij 6: 36 vasten (meerder een steek in een vaste, haak 1 steek in de volgende 4 vasten en herhaal dit tot het einde van de toer)
Rij 7: 42 vasten (meerder een steek in een vaste, haak 1 steek in de volgende 5 vasten en herhaal dit tot het einde van de toer)
Rij 8: 48 vasten (meerder een steek in een vaste, haak 1 steek in de volgende 6 vasten en herhaal dit tot het einde van de toer)
Rij 9: 54 vasten (meerder een steek in een vaste, haak 1 steek in de volgende 7 vasten en herhaal dit tot het einde van de toer)
Rij 10: 60 vasten (meerder een steek in een vaste, haak 1 steek in de volgende 8 vasten en herhaal dit tot het einde van de toer)
Rij 11: 66 halve stokjes (meerder een steek in een vaste, haak 1 steek in de volgende 9 vasten en herhaal dit tot het einde van de toer)
Rij 12: 72 halve stokjes (meerder een steek in een half stokje, haak 1 steek in de volgende 10 halve stokjes en herhaal dit tot het einde van de toer)
Rij 13: 78 stokjes (meerder een steek in een half stokje, haak 1 steek in de volgende 11 halve stokjes en herhaal dit tot het einde van de toer)
Rij 14: 80 stokjes (meerder een steek in een stokje, haak 1 steek in de volgende 39 stokjes, meerder weer een steek en haak nog 39 stokjes)
Rij 15 - 16: 80 stokjes
Rij 17: 80 halve stokjes
Rij 18: 80 vasten
Rij 19: Nu komt de band met de loom-bloemen. Voor een uitgebreide uitleg over hoe je de loom gebruikt, zie hier: Overzicht Flower loom lessen
Plaats het kleine vierkantje en het grote vierkant op de houder. Wikkel je draad 1 maal rondom alle pinnen van het grote vierkant, en daarna, zonder de draad af te knippen, ook om de pinnen van het kleine vierkant. Gebruik de garennaald om een aparte draad door alle lussen te halen van het kleine vierkant. Het grote vierkant maakt niet zo uit, want die haken we zo vast. Werk de draden af.
Haak in de langste lus op de hoek 3 vasten, en in de volgende 7 lussen 1 vaste. werk zo het hele vierkant rond. Hecht je draad af.
Maak zo 8 bloem-vierkanten en naai of haak deze in een lange band aan elkaar. Bevestig de bloemenband dan ook aan de rand van het gehaakte mandje, en hecht je draad aan de bovenkant van de bloemenband aan.
Op deze foto is het mandje al iets verder af maar hier is goed de band met bloem vierkanten te zien.
Rij 20: 88 vasten (een vaste in alle vasten die je op de vierkantjes hebt gehaakt. Het geeft niet als je niet exact uit komt, maar er zitten 11 vasten aan de bovenkant van elke bloem, dus als het goed is kom je rond de 88 steken uit)
Rij 21: Haak 1 losse, en dan 88 stokjes
Rij 22 - 25: 88 stokjes
Rij 26: Haak een ketting van 20 lossen, sla 20 stokjes over, haak 24 stokjes, nog een ketting van 20 lossen, sla 20 stokjes over, haak weer 24 stokjes
Rij 27: 20 stokjes op de ketting van lossen, 1 losse, 28 vasten, 1 losse, 20 stokjes op de ketting van lossen, 1 losse, 28 vasten, 1 losse, en hecht af.