Citroenschil.
In deze haaksteek maak je steeds een stokje op een vaste en een vaste op een stokje. Dit creëert een subtiele structuur die je kunt vergelijken met een gebreide Gerstekorrel.
Recht lapje met gelijke zijkanten.
Gebruikte steken: Losse, vaste en stokje.
Haak een ketting van lossen met een even aantal (veelvoud van 2) als basis.
Rij 1: Haak een stokje in de derde losse vanaf de haaknaald. Markeer de losse naast het stokje dat je zojuist hebt gehaakt, deze tellen we als een vaste en daar eindigt de volgende rij. Haak afwisselend een vaste, een stokje. De rij eindigt met een vaste in de eerste losse van de beginketting.
Rij 2: Haak 3 lossen en keer het haakwerk. Deze ketting van lossen tellen we als het eerste stokje en komt boven de laatste vaste van de vorige rij. Haak een vaste op de volgende steek (is een stokje van de vorige rij). Markeer de derde keerlosse, dit is de bovenkant van het eerste “stokje” en daar komt in de volgende rij de laatste vaste. Haak nu afwisselend een stokje, een vaste. Eindig deze rij met een stokje in de steek die je hebt gemarkeerd.
Rij 3: Haak 1 losse en keer het haakwerk. Haak een stokje in de volgende steek (is een vaste van de vorige rij). Markeer de keerlosse, deze tellen we als de eerste vaste van deze rij. Haak afwisselend een vaste, een stokje. Eindig deze rij met een vaste in de gemarkeerde steek van de vorige rij.
Herhaal rij 2 en 3.
In het rond.
Gebruikte steken: Losse, vaste, stokje en halve vaste.
Haak een ketting van lossen met een even aantal (veelvoud van 2) als basis. Haak een halve vaste in de eerste losse zodat er een ring ontstaat.
Toer 1: Haak 1 losse. Haak om en om een stokje, een vaste. Sluit de toer met een halve vaste in de losse (deze losse met halve vaste zien we als een vaste).
Toer 2: Haak 3 lossen. Haak om en om een vaste, een stokje. Sluit de toer met een halve vaste in de derde losse (deze 3 lossen met halve vaste zien we als stokje).
Herhaal toer 1 en 2.
In het rond ziet deze steek er iets anders uit dan in het platte vlak. Dat komt omdat je nu steeds de voorkant van de steken naar je toe gericht hebt. Wanneer je in rijen heen en weer haakt zie je om en om de voorkant en achterkant van de steken.
Tip! Je kunt een keerstokje haken in plaats van 3 lossen.